Lekker knus de feestdagen in met stoofperen

Vanochtend zag ik een bericht dat er weer duizenden kilo’s hardfruit (appels en peren) vernietigd worden. Zo zonde vind ik dat altijd. In de lente wordt de bloesem aan de fruitbomen beschermd Reikhalzend wordt uitgezien naar de oogst. En dan is deze geplukt en blijkt er teveel.Volgens mij zou je veel mensen een groot plezier doen door dat fruit gewoon weg te geven, maar dat terzijde.

Ook als je eenmaal klaar bent met appels en peren uit het vuistje zijn er veel verschillende manieren om oogst te verwerken. Een daarvan is stoofperen maken. Stoofperen kan je niet rauw eten, dan zijn ze keihard, maar als ze kookt zijn ze heerlijk en kun je ze voor van alles gebruiken. Los bij je maaltijd, maar ook bij ijs, als snelle vulling voor taart, in de yoghurt etc.

Vandaag laat ik je zien hoe je stoofperen klaarmaakt en ze vervolgens ook zo opslaat dat je ze lang kunt bewaren (zeker een jaar). Dit maakt dat je kunt werken met grote hoeveelheden stoofperen. Handig en ook goedkoop; meestal kun je op de markt wel een handeltje maken als je aangeeft een grotere hoeveelheid te willen kopen 🙂

Ook zin in stoofperen? Zo ga je te werk:

  1. Schil de stoofperen, snijdt ze in kwarten en verwijder klokhuis en steeltje met een scherp mesje.
  2. Doe de stoofperen in een grote pan, zet deze op het gas, op een kleine gaspit, desnoods op een sudderplaatje. Doe een klein laagje water in de pan zodat de peren niet aanbranden.
  3. Voeg twee kaneelstokjes, eventueel kruidnagel of steranijs, en per drie liter een kopje suiker toe.
  4. Zet ondertussen je oven aan op 120 graden. Zet in de oven een aantal heel schone gebruikte potjes zonder deksel als deze van ijzer zijn, of met deksel als deze van glas zijn. Steriliseer de potjes door de oven 20 minuten aan te zetten.
  5. Laat de peren met de deksel op de pan stoven. De kooktijd is afhankelijk van de hoeveelheid peren. Ik proef zo nu en dan even om te kijken of ze al gaar genoeg zijn. Dat is geen straf 😉 Reken op zeker een half uur tot een uur. Roer zo nu en dan. De peren verliezen zelf vocht. Daarom is een laagje toegevoegd water meestal genoeg. Heb je het idee dat de peren droogkoken, voeg dan nog wat heet water toe.
  6. Kook ondertussen de ijzeren deksels of je weckringen als je weckpotjes gebruikt, een paar minuten uit in een pannetje water met een beetje natuurazijn. Wil je meer informatie over #wecken en steriliseren? Er staat artikelen over op deze blog.
  7. Ok! De peren zijn klaar. We gaan ze kokendheet in de potten scheppen. Het liefst doe je dit met een brede trechter zodat de rand van de pot schoon blijft. Heb je zo’n trechter niet, giet dan voorzichtig en maak de randen schoon met een schone keukenrol voordat je de deksel sluit. Dit voorkomt bederf. Zorg dat de peren zoveel mogelijk onder het vocht staan. Sluit de deksel stevig door deze aan te draaien, of door een weckring en vervolgens klemmetjes te plaatsen.
  8. Waren je peren en sap echt kokend? Dan trekken de potjes vacuum en kan je je lang bewaren. Desgewenst kan je de potjes met ijzeren deksels voorzichtig een paar minuten omdraaien. Dan wordt de lucht eruit geperst. Doe dit wel voorzichtig, soms lekt een potje doordat de deksel tijdelijk uitzet door de warmte. Een potje met weckring en glazen deksel kan je onder kokend water in een pan nog een paar minuten door laten koken, dan weet je zeker dat ze goed blijven. Ik heb dan vaak wel het idee dat je ook wat extra vitaminen eruit kookt.
  9. Neem nog even de tijd om je potjes te labelen en van een datum en inhoud te voorzien. Over een paar weken weet je namelijk niet meer van wanneer je peren nu ook al weer waren.

Geniet ervan 🙂

Geef een antwoord